nl / en

Museum Ostwall: tentoonstellingen
Nadat Soda het Museum Ostwall - gesitueerd in de Dortmunder U (DU) - renoveerde en ook de gezamenlijke tentoonstellingsruimte van de DU (de 'Oberlichtsaal', 1.200 m2), ontwierp en ontwerpt Soda voor het museum diverse tentoonstellingen waaronder de (her)openingstentoonstelling 'Body & Soul'. In 2019 opende vervolgens 'Ein Gefühl von Sommer' en in april 2022 'Flowers!'. Momenteel werkt Soda met de curator aan de volgende collectietentoonstelling, 'Kunst -> Leben -> Kunst'. Deze opent mei 2023.

'Kunst -> Leben -> Kunst', 2023-2025

De eerstvolgende collectietentoonstelling, die opent in mei 2023, is getiteld ‘Kunst -> Leben -> Kunst' en wordt samengesteld door curator Dr. Nicole Grothe. ‘Kunst -> Leben -> Kunst' blijft drie jaar staan en beslaat het volledige museum. Met deze tentoonstelling wil het museum haar eigen geschiedenis onderzoeken in de context van de huidige debatten over actueel museumwerk. Belangrijke onderwerpen zijn de collectie-opbouw, kunsteducatie en doelgroepenbereik. Daarbij worden ook kansen voor de toekomst onderzocht. Momenteel legt Soda (in nauwe samenwerking met Caro Delsing) samen met curator Nicole Groth de laatste hand aan het ontwerp. Kernvraag voor Soda daarbij is hoe de uiteenlopende werken visueel sterk én inhoudelijk helder voor bezoekers gepresenteerd kunnen worden. Hoe laat je bijvoorbeeld de context van Fluxus werken - zestig jaar nadat deze zijn gemaakt - op een aansprekende manier zien? Een interessante ontwerpopgave.

 

 

'Flowers!', 2022

Met ‘Flowers!’ werden in de ‘Oberlichtsaal’ van april tot en met september 2022 in totaal 180 werken getoond met de bloem in de hoofdrol. Daarmee belichtte de tentoonstelling hoe 50 moderne en hedendaagse kunstenaars - zoals Renate Bertlmann, Fischli/Weiss, David Hockney, Robert Mapplethorpe, Meret Oppenheim, Marc Quinn, Dong Quynh, Odilon Redon, Gerhard Richter, Pipilotti Rist, Martha Rosler, Hito Steyerl, Anaïs Tondeur en Andy Warhol - de bloem in hun werk aanwenden voor thema’s als persoonlijk verlies, feminisme en milieu.

Soda maakte voor ‘Flowers!’ het ontwerp. Met de curatoren Regina Selter en Stefanie Sweisshorn-Ponert, trok Soda (in nauwe samenwerking met Caro Delsing) gezamenlijk op om te komen tot een visueel sterke tentoonstelling met een helder narratief. Inhoudelijk ging de samenwerking diep: Soda hielp de thematiek toe te spitsen, bracht extra werken in en scherpte de selectie op punten aan. In goede samenspraak ontwikkelde Soda de plattegrond inclusief de exacte volgorde en locatie van alle werken.

Gradiënts
De kern van het ontwerp van Soda was de toepassing van enkele meterslange gradiënts op een aantal wanden. Het uitgangspunt voor dit ontwerp was het kleurenverloop zoals we dat vaak aantreffen in bloemblaadjes. De gradiënts op de wanden gingen door hun forse schaal en visuele impact een gelijkwaardige dialoog aan met de architectuur van de Dortmunder U. Hierdoor werden het massieve gebouw en de - vaak kleinere - werken beter met elkaar verbonden De gradiënts zetten bovendien als vanzelf bezoekers aan tot beweging wat leidde tot een duidelijke routing. Inhoudelijk zorgden de gradiënts tevens voor samenhang in een tentoonstelling die bestond uit uiteenlopende werken: zij accentueerden de diverse thema’s én hadden een ondersteunend effect op de individuele werken. Doordat de gradiënts een langzaam verloop kenden, had de achtergrond altijd één kleur als de bezoeker voor een werk stond. Dit garandeerde een focus op de werken zelf.
(onderstaande foto: Roland Baege)

 

De tentoonstelling
De tentoonstelling startte met enkele expressionistische werken. Een terrakleurige wand ondersteunde hier de thematiek - de weergave van de bloem als persoonlijke, innerlijke expressie - en verenigde de werken. Vervolgens werd het oog getrokken naar een lange wand waarop de eerste gradiënt was aangebracht: als vanzelfsprekend volgde de bezoeker deze wand waarmee de routing werd ingezet. Deze wand volgend, betrad de bezoeker de tweede ruimte en zag dat het kleurverloop een verbinding maakte met het zeer grote keramische werk van Quynh Dong dat daar was tentoongesteld, ‘Tears of a Swan’.

 

Het kleurenpalet schakelde verderop over in roze bij werken rondom het thema 'Feminisme & Maatschappij'. In dit tweede deel van de tentoonstelling trof de bezoeker een opvallende gradiënt aan. Het verloop hiervan, van diep rood naar zwart, was aangebracht rondom een grote installatie van Annette Bertlmann. Dit werk bestaat uit tientallen glazen rode rozen die in het gelid gespietst staan op lange metalen messen. Met instemming van Bertlmann ging de gradiënt hier een directe symbiose aan met het werk.

 

Verderop in de tentoonstelling gebeurde hetzelfde met een meterslange reeks foto-afdrukken van Anaïs Tondeur, ‘The Chernobyl Herbarium’. Deze reeks hing tegen een koele, metalige gradiënt. Ook hier versterkte de gradiënt het werk dat bestaat uit rayogrammen die door Tondeur ieder opvolgend jaar na de kernramp zijn gemaakt: het zijn directe afdrukken op gevoelige glasplaten van planten die groeien in de ‘exclusion zone’ van Tsjernobyl.
(bovenstaande foto: Roland Baege)

 

Het derde en laatste thema van de tentoonstelling toonde werken rondom het thema 'Milieu'. De donkerblauwe wanden boden hier tegenwicht aan krachtige, maar ook meer duistere werken van o.a. Marc Quinn, David Hockney en Andreas Gursky. De tentoonstelling eindigde met een grote installatie van Hito Steyerl, gesitueerd in een hoog omsloten donkere ruimte. Uiteindelijk verliet de bezoeker de tentoonstelling via de lichte entreeruimte waar op de lange wand achter de balie een kleurrijke plot te zien was van een werk van Fischli/Weiss - tevens onderdeel van de tentoonstelling.

Onderstaande foto's: Roland Baege

 
 
 
 

 

'Body & Soul', 2020-2022

In de tentoonstelling ‘Body & Soul’ wordt met moderne en hedendaagse werken ingegaan op het menselijk lichaam en wordt onze relatie tot voedsel, kleding, beweging, geloof, hoop, angst en sterfelijkheid onder de loep genomen. Curator Dr. Nicole Grothe nodigde Soda uit om voor deze tentoonstelling een ontwerp te realiseren. In nauwe dialoog met Grothe werkte Soda dit uit in een floorplan en een scenografie.

 

Soda koos voor kleur als de belangrijkste drager van het verhaal van ‘Body & Soul’ - een verhaal dat in een aantal opeenvolgende thema’s wordt verteld. Inhoud en kleur liggen in de hele tentoonstelling dicht bij elkaar. De tentoonstelling start met het thema Het Naakte Lichaam, ofwel ‘Body’. Een zachte huidskleur op de wanden leidt de bezoeker hier rustig de tentoonstelling binnen. Wanneer het verhaal verder gaat over ‘Eten en vertering’, verschijnt een sterk vergrijsd roze op de muren dat niet alleen het deelthema ondersteunt, maar ook individuele werken zoals van Dieter Roth (met schimmels in de hoofdrol).

 
 

Vervolgens komt de bezoeker in de zogenaamde Flux-Inn (naar een idee van Caro Delsing): dit is een metershoge ruimte die Soda uitvoerde in zwart-wit met knalroze accenten. Deze ruimte is bestemd voor actie, tekenen, chillen, lezen en toont ook een aantal interactieve werken zoals van Edwin Wurm. Soda benadrukt in deze Flux-Inn zowel het informele karakter van deze ruimte - door middel van een groot kleed en zitzakken -, als de dynamiek - door de hele ruimte te overspannen met neonroze koorden. Deze koorden hebben nog een extra functie: ze accentueren de hoogte van de ruimte én verbinden de twee etages van het museum. Een andere toevoeging is dat Soda op een grote zwarte wand door kunstenaar Cathy la Rocca gefotografeerde handen plaatste met daaronder een citaat (een statement van actie én contemplatie) gekoppeld aan een door bezoekers uit te voeren activiteit.

Na het verlaten van de Flux-Inn gaat de tentoonstelling verder met het thema ‘Soul’: het innerlijk. Als eerste zijn hier expressionistische schilderijen te zien waarin kunstenaars hun persoonlijke beleving van de natuur uitdrukken. Soda koos hier voor aardebruine wanden. Vervolgens worden werken getoond die handelen over angst, pijn en terreur. De wanden zijn hier bloedrood. Hierna gaat de tentoonstelling over in een witte ruimte met werken rondom religie, verdriet, rouw, meditatie en hoop. Het laatste deel zoomt in op liefde, vriendschap, familie en intimitiet: de muren zijn in dit laatste gedeelte heel licht roze.

 

 

‘Ein Gefühl von Sommer’, i.s.m. Museum Singer, 2019

De tentoonstelling ‘Ein Gefühl von Sommer’ van Museum Ostwall, gesitueerd in de ‘Oberlichtsaal’ van de Dortmunder U, toonde met circa 120 werken uit de Singer Collectie Laren een representatief overzicht van de Nederlandse schilderkunst uit de laat negentiende en vroeg twintigste eeuw: met schilders uit de School van Barbizon, Haagse School, Amsterdams Impressionisme en destijds actuele stromingen zoals pointillisme en kubisme. Te zien waren werken van o.a. George Hendrik Breitner, Isaac Israëls, Jacob Maris, Bart van der Leck en Jan Sluijters. Daarnaast werd er aandacht besteed aan het Amerikaanse verzamelaarsechtpaar Anna Singer-Brugh en William Henry Singer.

 

De tentoonstelling ‘Ein Gefühl von Sommer' was onderdeel van een grootschalige samenwerking en uitwisseling van collecties. Een deel van de expressionistische collectie van Museum Ostwall was gelijktijdig in Laren te zien. Curatoren waren Regina Selter (Museum Ostwall) en Anne van Lienden (Singer Museum).

 

Gezien de relatieve onbekendheid in Duitsland met het Singer Museum en het voormalige Nederlandse kunstenaarsdorp Laren, stelde Soda voor om de - vaak klein formaat - werken met behulp van uitvergrote ansichtkaarten en foto's uit de desbetreffende periode in een visuele context te plaatsten. Op die manier zette Soda een beleefbaar beeld neer van Laren en omgeving. Destijds trok Laren, omringd door fraaie heidevelden, veel kunstenaars uit vooral Amsterdam aan. Zij schilderden het dorp, de natuur en de lokale bewoners en zorgden met hun aanwezigheid voor atmosfeer en dynamiek. Met hun komst werd een tramverbinding aangelegd en verrezen landhuizen. Al deze onderwerpen komen terug in de kunstwerken uit die periode. Afgeleid van een aantal van deze werken, koos Soda het kleurenpalet voor de wanden dat vooral bestond uit blauwen en groenen.

 
 
 
 

'